Baantjer Seizoen 3 De Cock en de moord op de heks

Martha Degener hielp mensen. Maar als haar lijk wordt gevonden, merken De Cock en Vledder al snel dat ze met haar hulp niet alleen vrienden maakte. Er is een getuige van de moord, maar die heeft het Downsyndroom. De Cock weet dat hij met de getuigenis van de jongen geen schijn van kans maakt voor de rechter.

Als het lijk van taxichauffeur Toon IJf wordt gevonden, staat de Amsterdamse taxiwereld op z’n kop. Volgens collega’s had Toon hooglopende ruzie met Dennis Emants, omdat die zonder taxivergunning in de Bijlmer rijdt. Maar De Cock komt erachter dat zowel Dennis als een aantal collega’s van Toon hele andere motieven hadden om hem te vermoorden.

Op een autokerkhof wordt het lijk van een onbekende man gevonden. Als een vrouw zich bij De Cock meldt met de mededeling dat de privé-chauffeur van de familie is ontvoerd, blijkt het om dezelfde man te gaan. Alles wijst erop dat de moordenaar een prof is. Maar als er een tweede lijk gevonden wordt, gaat De Cock aan die theorie twijfelen.

In een vleesgroothandel wordt het lichaam aangetroffen van slager Frank Stalknecht. Op het eerste gezicht lijkt het roofmoord. Franks broer heeft namelijk een verdachte jongen zien wegrennen. Maar als blijkt dat Frank nogal veel in een travestietenbar kwam, begrijpt De Cock dat er meer mensen een motief hadden voor deze moord.

Een onbekende man heeft op een terras een dodelijk kopje koffie gedronken. De Cock heeft maar twee aanknopingspunten: zijn zaktelefoon en een adreskaartje. De Cock en Vledder komen erachter dat de man in een pension woont. Daar aangekomen blijkt dat hij dossiers bijhield van een aantal vrouwen met wie hij tegelijkertijd een relatie had.

Na een concert van een big band wordt de eerste trompettist dood in z’n kleedkamer aangetroffen. Het is al snel duidelijk dat de man niet onder normale omstandigheden aan zijn eind is gekomen. De Cock is gek op big band muziek. Zijn muzikale kennis komt hem goed van pas bij het oplossen van deze puzzel.

Als het lichaam van een jonge roodharige vrouw wordt gevonden, weet De Cock dat hij in een van de moeilijkste zaken van zijn leven is beland: hij moet een seriemoordenaar ontmaskeren voor deze opnieuw zal toeslaan. Als de tijdsdruk toeneemt, besluit Buitendam om er een specialist van buiten het korps bij te halen. Deze man maakt de problemen voor De Cock alleen maar groter.

Caroline Hulst runde een zeer succesvol datingbureau. Totdat ze dood wordt aangetroffen. Alles wijst op zelfmoord, maar De Cock ontdekt dat er sprake is van opzet, en hij start een onderzoek. Samen met zijn assistent Vledder komt hij erachter dat Caroline een eenzame maar keiharde zakenvrouw was, die meer vijanden had dan haar uiteindelijk lief was.

Het nichtje van wachtcommandant Jochems, Sandra, wordt dood aangetroffen bij een tankstation: ze is gewurgd. Jochems is er kapot van en wil De Cock helpen bij het onderzoek. Maar daarmee worden de problemen voor De Cock en Vledder alleen maar groter.

In een Lyceum wordt het lichaam gevonden van Koenen, leraar Engels. Zijn collega Struyk vermoedt dat De Cock de moordenaar moet zoeken in klas 5A. 5A staat bekend als probleemklas en had als laatste les van Koenen. Als De Cock en Vledder de leerlingen ondervragen, komen ze erachter dat Struyk wel eens gelijk zou kunnen krijgen.

Frits Zoomers, partijleider van de Nationale Partij, wordt doodgeschoten. De NP houdt er behoorlijk extreme denkbeelden op na en het kost De Cock en Vledder moeite om hun onderzoek onbevooroordeeld te doen. Temeer omdat er zich binnen het politiebureau aanhangers van de partij bevinden. Dan blijken er zich achter deze – op het eerste gezicht – politieke moord, een aantal hartverscheurende menselijke drama’s af te spelen.

In deze aflevering komt De Cock een oude bekende tegen. Stille Adriaan, de ‘koning van de wallen’ heeft een persoonlijk verlies geleden, zijn zoon is vermoord. Stille Adriaan zint op wraak. De Cock moet tot het uiterste gaan om de dader voor hem te vinden. Hij begeeft zich in de onderwereld, maar iedere getuige is doodsbang. Daarbij wordt er binnen het politieapparaat met argusogen naar De Cock gekeken. Zijn ‘vriendschappelijke’ contacten met Adriaan zouden hem niet alleen zijn baan, maar ook zijn leven kunnen kosten.