Pippi Langkous

Tommy en Annika wonen met hun ouders in een klein stadje. Naast hun huis is een verlaten villa, genaamd Villa Kakelbont. Op een dag woont er plotseling een meisje met een paard, een aapje, maar zonder ouders in de villa. Ze vertelt Tommy en Annika dat ze Pippi Langkous heet, dat haar moeder een Engel in de hemel is en haar vader een koning in de zuidzee. Tante Pastellia vraagt de politieagenten Kling en Klang om Pippi naar een weeshuis te brengen, maar zonder succes, want Pippi is het sterkste meisje ter wereld.

Pippi gaat met Tommy en Annika op zoek naar allerlei dingen die weggegooid zijn. Pippi vindt een verroest blik en een houten lepel, maar Tommy en Annika hebben niet zo'n geluk, tot Pippi ze een hint geeft waar ze moeten kijken. In de middag wordt Pippi uitgenodigd voor een theekransje bij Tommy en Annika thuis. Zodra ze op het feestje is zet Pippi de hele boel op stelten.

Pippi neemt een handvol gouden munten mee uit haar oude koffer en gaat met Tommy en Annika winkelen. In de snoepwinkel koopt Pippi bijna de hele winkel leeg, waarna ze deze verdeeld onder alle kinderen van de stad. Vervolgens gaan ze naar een speelgoedwinkel, waar zij voor iedereen speelgoed koopt.

Pippi neemt Tommy en Annika mee naar een verlaten landschap bij de zee. Ze heeft voor hen allen een drakenvlieger gemaakt. Op haar eigen draak zet ze meneer Nilsson, zodat hij kan ervaren hoe het is om te vliegen als een vogel. Door de drakenvliegers krijgen ze het idee om Pippi een draak in een grot te laten spelen, die Tommy en Annika achterna zit. Ondertussen verdwijnt meneer Nilsson en zit er niet anders op dan hem te gaan zoeken.

Twee ontsnapte dieven brengen Pippi een bezoekje om haar gouden munten te stelen. Wanneer Pippi hen vertelt dat meneer Nilsson in een andere kamer ligt te slapen nemen ze snel de benen, niet wetende dat meneer Nilsson maar een klein aapje is. In de avond nodigt Pippi Tommy en Annika uit voor haar verjaardagsfeestje. Ze neemt ze mee naar de zolder, zodat ze spoken kunnen zoeken. Die avond komen de dieven terug, maar ze weten het niet te winnen van Pippi, het sterkste meisje ter wereld.

Een rondtrekkende kermis brengt een bezoekje aan de stad. Pippi probeert veel attracties uit. Ze haalt de hoogste score bij de schiettent en de krachtmeting. Als niemand het voor elkaar krijgt om Adolf, de sterkste man ter wereld, te overmeesteren, gaat Pippi het podium op en laat hem zien wie de sterkste is. Bij het slangen bezweren grijpt Pippi een van de pythons, zonder door de slang aangevallen te worden.

Het is twee dagen voordat de kerstvakantie begint, maar Pippi kan geen vakantie vieren, omdat ze niet op school zit. Om dit op te lossen besluit ze voor het eerst in haar leven naar school te gaan. Op school vindt ze bijna alles belachelijk en houdt zich niet aan de regels. Wanneer ze buiten in de sneeuw aan het spelen is, proberen de dieven Donder-Kareltje en Blom Villa Kakelbont binnen te sluipen en de koffer met gouden munten te stelen.

Pippi bereidt zich voor op Kerstmis. Ze bakt een grote hoeveelheid kerstkoekjes en hangt kerstcadeautjes in de grote boom bij haar huis. Op kerstavond zit ze bij het raam en kijkt naar alle cadeautjes in de boom. Ze voelt zich eenzaam en verdrietig, omdat ze niemand heeft waar ze de cadeautjes aan kan geven.

Pippi vindt een nieuw woord uit - spoenk - maar ze heeft geen idee wat dat is. Samen met Tommy en Annika probeert ze uit te zoeken wat een spoenk kan zijn. Samen bouwen zij een val in Villa Kakelbont, voor als het een monster zou zijn. Dit vinden zij niet heel geloofwaardig, waarna ze besluiten de stad in te gaan om te kijken of ze daar een spoenk kunnen vinden.

Pippi repareert een oude hete-luchtballon die haar vader op de zolder van Villa Kakelbont heeft achtergelaten. Ondertussen stelen de twee dieven Donder-Kareltje en Blom haar koffer met gouden munten. Tante Pastellia ziet Pippi, Tommy en Annika in de luchtballon en beveelt de agenten Kling en Klang om hen te stoppen. De politieagenten jagen achter de ballon en de dieven aan, maar slagen er niet in om iemand te pakken te krijgen.

Tante Pastellia past een aantal dagen op Tommy en Annika, terwijl hun ouders weg zijn. Ze vinden het ondraaglijk en vragen Pippi om hulp. Pippi stelt voor om in een roeiboot van huis weg te rennen, schipbreuk lijden en op een onbewoont eiland te stranden. Het plan wordt uitgevoerd, maar wanneer ze de volgende ochten wakker worden, ontdekken ze dat de boot verdwenen is. Tommy en Annika krijgen heimwee en Pippi mist haar vader.

Pippi laat Tommy en Annika kennis maken met haar vader en de matrozen van zijn schip de Hoppetossa. Ze zal de volgende ochtend met hem en zijn schip vertrekken en nodigt alle kinderen van de stad uit voor een groot vaarwel feest in Villa Kakelbont. Tijdens het feest doen Pippi en haar vader een aantal krachtmetingen om te zien wie van de twee de sterkste is. Tommy en Annika zijn verdrietig dat Pippi weggaat. Pippi geeft toe dat zij ook verdrietig is, maar er niet aan probeert te denken.

Pippi vertrekt met haar vaders schip de Hoppetossa. Op de kade zijn alle kinderen van de stad, de agenten Kling en Klang, tante Pastellia en een heel orkest aanwezig voor een groot vaarwel. Tommy en Annika zitten op de grond te huilen. Pippi probeert hen te troosten, maar zonder succes. Ze begint te twijfelen of ze wel met haar vader mee moet gaan of toch bij haar vrienden moet blijven.